Theorie Menbewijs oefenen V3 Menbewijsexamen versie 3 Enter email to receive results: 1. Waardoor kan hoefbevangenheid ontstaan?Verkeerde suikerstofwisseling, insulineresistentie, bij te dikke paarden of paarden met PPIDTeveel en te zware training, het paard is oververmoeidTe weinig beweging, te weinig ruwvoer, bij te dunne paarden 2. Als een paard niet onbeperkt toegang heeft tot ruwvoer, hoeveel tijd mag er dan maximaal tussen 2 voerbeurten zitten?4 uur12 uur6 uur 3. Wat is het nut van het wassen van een rijtuig na iedere rit?na het wassen zie je alle mankementenvolgens de etiquette mag je niet rijden met een vuil rijtuighaar en vuil kunnen de mechanische delen aantasten die moeten dus verwijderd worden. 4. Waarom is goede ventilatie in de stal belangrijk?de paarden moeten de buitenlucht kunnen ruikenom te zorgen dat binnen- en buitentemperatuur niet teveel verschillenom stof en ongewenste gassen af te kunnen voeren 5. Kun je koliek voorkomen?Niet altijd, maar voldoende ruwvoer, vers water en genoeg beweging werkt wel preventiefJa, door te zorgen voor goede voeding, niet beschimmeld, en tijdig ontwormen kun je koliek voorkomenNee, je kunt niets preventief tegen koliek doen 6. Moet een paard vrije beweging kunnen hebben?Nee, dagelijkse training van een uur is voldoende om zijn conditie op peil te houdenJa, van nature liep het paard immers 10-15 km per dag om te etenAlleen als hij in een stand staat 7. Wat is een nadeel van een tweewielig rijtuig?het heeft een grotere draaicirkelhet is gevoeliger voor omslaanhet is moeilijker in balans te houden 8. Je rijdt als enige weg van een groep andere ruiters/menners, dan kun je het beste:vragen of iemand een stukje met je meerijdtde groep geleidelijk in stap verlaten zodat iemand kan ingrijpen als er iets gebeurtde groep snel, dus in draf of galop verlaten, om het verlatingsmoment zo kort mogelijk te maken 9. Kan een paard jou, zijn naam, of commando’s onthouden?Ja, maar alleen als hij jou en de commando’s en naam regelmatig blijft horenJa, hij heeft een heel goed langetermijn geheugen en onthoudt dus goedNee, een paard kan niet zo goed onthouden 10. Wat weet je over de slaap van een paard?Een paard slaapt meestal hele korte slaapjes van 20 minuten, en dat gedurende 6-9 uur per 24 uurEen paard kan alleen slapen als hij languit kan liggen, daarom moet de stal groot genoeg zijnEen paard wil het liefst alleen zijn als hij slaapt, zodat de anderen hem niet storen, dus alleen 's-nachts 11. Hoe herken je spierbevangenheid?geen eetlust, naar de buik kijken, willen liggenstijve achterhand, verkorte pas, niet willen lopenonrustig, zweten, liggen 12. Welke basisregels gelden in een natuurgebied?alleen op de verharde wegen gelden de verkeersregelsde eigen regels van het natuurgebiedde gewone verkeersregels 13. Welke combinatie van signalen kunnen je erop wijzen dat een paard pijn heeft?Goede eetlust, zwiepen met staart, oren in de nek als je in de stal komtStrakgespannen lip, oren naar achter, lusteloosheid, gespannen bovenooglidspierOpgetrokken buik, veel drinken, oren naar voren, nieuwsgierige blik (ogen) 14. Waar vind je de lendenen bij een paard?Tussen bekken en staartwortelTussen rug en kruisTussen schoft en hals 15. Als je het tuig afneemt, waarmee begin je dan?het hoofdstelde strengende leidsels 16. Welk type van huisvesting is in het kader van welzijn verboden?BoxenInloopstallenStands 17. Hoe bepaal je of je aanspanning aan de richtlijnen voor welzijn voldoet?Je controleert of je rijtuig, het tuig, jij en de opzittenden niet boven het maximaal te trekken gewicht uitkomenJe controleert of het paard niet te dun is, en of hij temperamentvol genoeg is voor je geplande ritJe controleert of het paard niet te dik is, en of zijn schofthoogte tenminste jouw lengte is 18. Kun je voorkomen dat je paard tetanus krijgt?Ja, door wondjes goed schoon te maken en desinfecterenNee, tetanus is niet te voorkomenJa, door je paard regelmatig te laten vaccineren 19. Mag je een aangespannen paard vastzetten?alleen zonder hoofdstelalleen onder toezichtnee, nooit doen 20. Hoe/waardoor leert het paard?door negerendoor straffendoor beloning 21. Hoe heet het smalle deel van de hals van het rijtuig wat onderdoor kan draaien?AtlasHalsDraaier 22. Wat wordt voorkomen door ongeveer een vuistdikte ruimte te laten onder de rugriem ter hoogte van het kruis?dat de broek boven de zitbeenknobbels komtdat er staartharen tussen de culeron komendat het schofttuig te ver naar voren kan schuiven 23. Waarmee begin je als je het tuig afneemt?Eerst het hoofdstel afnemenEerst de leidsels afnemenEerst de strengen losmaken 24. Wat is de belangrijkste functie van hoefbeslag?voorkomen dat er steentjes in de hoef komende draagrand beschermen tegen overmatig afslijtencorrigeren van een verkeerde stand 25. Wat kun je doen als je paard niet (graag) in de trailer wil?Alleen in de trailer laden als het niet anders kan, hij heeft er immers een hekel aanHet tussenschot smal zetten, en straffen als hij er niet in wilHet tussenschot zo breed mogelijk zetten, de trailer tegen een muur zetten, oefenen en belonen 26. Wat is de "stokmaat"?de stok of lat waarmee je een paard kunt metende lengte van het paard, gemeten vanaf de schoftde hoogte van het paard, gemeten vanaf de schoft 27. Wanneer moet je richting aangeven?als je wilt keren op de wegals je een rotonde verlaatals je wisselt van rijstrook 28. Hoe vaak ademt een paard in rust?15-20 keer per minuut5-7 keer per minuut8-14 keer per minuut 29. Wat is weven?het paard beweegt zijn lichaam (voorhand) heen en weerhet paard bijt op harde voorwerpen (voerbakrand)het paard schraapt veel met zijn hoef over de grond 30. Waarom rijd je met een zweng als je paard een borsttuig draagt?Dat vangt de schokken opdat vermindert de kans op drukkingendan wordt de ademhaling van het paard niet belemmerd 31. Waarom is controle belangrijk als je met een paard ment?wandelaars en passanten moeten het paard kunnen aaieneen paard is een vluchtdier en kan daarom altijd schrikkenandere weggebruikers kunnen bang zijn 32. Welke hulp geef je als eerste bij een combinatie van hulpen?de zweephulp, want aandrijven doe je altijd met de zweepde drijvende hulp, het paard moet immers voorwaarts blijven gaande sturende hulp, hij moet eerst de goede kant op 33. Welke reflector(en) moet(en) er minimaal op een menwagen zijn?oranje zijreflector (2 stuks)een afgeknotte driehoekige reflectorwitte reflector aan de achterzijde (2 stuks) 34. Wat zijn kenmerken van een gezond paard?afhangende oren en veel drinkenhelder glanzende ogen en levendig orenspelweinig drinken en doffe ogen 35. Noem een kenmerk van het gezichtsvermogen van het paard:een paard ziet 's nachts beter dan een menseen paard ziet overdag beter dan een menseen paard ziet altijd beter dan een mens Loading...