Tweespan examen theorie oefenen door SRR Nederland | feb 28, 2019 | Geen categorie Tweespan examen theorie oefenen 1. Als je de som van de gaten in de leidsels moet vergespen naar 8, heb je te maken met:smalle paardenbrede paardennormale paardenQuestion 1 of 24 2. Waarvoor dient de molenrem?om het rijtuig te remmenals noodrem als de gewone rem niet genoeg isom de stuurinrichting te remmenQuestion 2 of 24 3. Wat is het verschil tussen de binnen- en buitenstreng?de binnenstreng is recht afgesnedende binnenstreng is spits afgesnedende binnenstreng is langerQuestion 3 of 24 4. Wat is de som van de gaten in de leidsels als we uitgaan van het neutraal gat?81210Question 4 of 24 5. Hoeveel gaten heb je in de Achenbach kruisleidsels om te vergespen?11913Question 5 of 24 6. Als het linkerpaard feller is dan het rechterpaard, kun je dit oplossen door:het linkerpaard korter te gespen en het rechterpaard ruimte te gevenbeide paarden meer ruimte te gevenhet linkerpaard meer ruimte te geven, en het rechterpaard korter te gespenQuestion 6 of 24 7. Wat weet je van een tweespanrijtuig?Het heeft een stophaakHet heeft een disselboomHet heeft een lamoenQuestion 7 of 24 8. Hoe lang mag je zweep zijn?Je moet rechtop zittend vanaf de bok met gestrekte arm, de hals van de paarden kunt rakenJe moet rechtop zittend vanaf de bok met gestrekte arm de lengte van de menner niet overschrijdenje moet rechtop zittend vanaf de bok de achterhand van de paarden kunnen rakenQuestion 8 of 24 9. Waar vind je frontlepels?Aan het schoftje, bovenopAan het hoofdstel aan de frontriemAan de voorzijde van het borsttuigQuestion 9 of 24 10. Bij een vaste disselboom controleer je de juiste lengte door:bij losse leidsels, maar strak in de strengen staande paarden, moeten de neuzen op gelijke hoogte zijn met de spinnenkopbij strakke leidsels en strak in de strengen staande paarden moeten de neuzen ca. 40 cm. achter de spinnenkop zijnbij strakke leidsels maar los in de strengen staande paarden moeten de neuzen op gelijke hoogte zijn met de spinnenkopQuestion 10 of 24 11. Welk rijtuig loopt lichter op zachte ondergrond?Rijtuig met massief rubber bandenRijtuig met luchtbandenRijtuig met ijzeren bandenQuestion 11 of 24 12. wanneer mag je strengen bevestigen aan de paddenstoelen?Bij het gebruik van een gareeltuigBij het gebruik van een borsttuigBij het gebruik van een zwengQuestion 12 of 24 13. Welke functie hebben frontlepels?De paarden een gelijk vooraanzicht te geven en daarmee de verschillende aftekeningen te camouflerenDe paarden meer oprichting te geven en daarmee de gangen beter te benadrukkenDe paarden een beter front laten vormen en daarmee beter uit te laten komenQuestion 13 of 24 14. welke functie heeft de rem van het rijtuig?het gelijk blijven van de afstand tussen paard en wagen als het rijtuig vaart verminderthet afremmen van de paarden en daarmee van het rijtuig om snelheid te verminderenhet testen van het reactievermogen van de koetsier tijdens het slippen van het rijtuigQuestion 14 of 24 15. Wanneer mag de de strengen aan de paddenstoelen vastmaken?Bij gebruik van een zwengBij gebruik van een borsttuigBij gebruik van een gareeltuigQuestion 15 of 24 16. Wat is een kenmerk van een rechts gareel?Stoot van het gareelriempje wijst naar links en de trompetring hangt rechts van de springriemStoot van het gareelriempje wijst naar links en de trompetring hangt links van de springriemStoot van het gareelriempje wijst naar rechts en de trompetring hangt rechts van de springriemQuestion 16 of 24 17. Aan welke kant van welk hoofdstel kun je het kinkettinghaakje dichtknijpen?Rechterhoofdstel linkerkant, linkerhoofdstel rechterkantRechterhoofdstel linkerkant, linkerhoofdstel linkerkantRechterhoofdstel rechterkant, linkerhoofdstel linkerkantQuestion 17 of 24 18. Een tweespan rijtuig heeft een …..?StophaakLamoenDisselboomQuestion 18 of 24 19. Wat weet je over het te trekken gewicht voor een tweespan?Op verhard terrein 2 x het eigen gewicht en op onverhard terrein 4 xOp verhard terrein 3 x het eigen gewicht en op onverhard terrein 2 x Op verhard terrein 5 x het eigen gewicht en op onverhard terrein 3 xQuestion 19 of 24 20. Welk paard noem je het bijdehandse paard?het slimste paardHet linkerpaardhet rechterpaardQuestion 20 of 24 21. Hoeveel afstand moet er zijn tussen de achterkant van de achterbenen van het paard en het rijtuig?65-80 cm50-60 cm95-105 cmQuestion 21 of 24 22. Waar zitten de doorlopende leidsels?aan de rechterzijde van beide paardenaan de buitenzijden van de paardenAan de binnenzijden van de paardenQuestion 22 of 24 23. Wat is de juiste lengte van de zweep voor een tweespan?Als je rechtopzittend vanaf de bok, met gestrekte arm, met de zweep de achterhand van de paarden kunt rakenAls je rechtopzittend vanaf de bok, met gestrekte arm, met de zweep de hals van de paarden kunt rakenAls je rechtopzittend vanaf de bok, met gestrekte arm, de lengte van de menner niet overschrijdtQuestion 23 of 24 24. Aan welke zijde tuig je de paarden voor het tweespan op?beide paarden aan de rechterzijdehet linkerpaard rechts, het rechterpaard linkshet linkerpaard links, het rechterpaard rechtsQuestion 24 of 24 Loading... Nieuwsbrief Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van alles omtrent paarden Geslaagd-bericht E-mail Abonneer Volgen