Theorie Menbewijs oefenen V1 Voer uw email in: 1. Wat is de stokmaat van een paard? de lengte gemeten vanaf de schoft de meetlat waarmee je de hoogte meet de hoogte gemeten vanaf de schoft 2. Wat zijn giftige bomen en struiken? Taxus, rodondendron, buxus, jacobskruiskruid Rodondendron, eik, beuk, jacobskruiskruid Eik, berk, taxus, jacobskruiskruid 3. Met wat voor stem en toonhoogte geef je het paard vertrouwen als hij ergens bang voor is? hoge toon, fluisterende stem lage toon, zachte stem middelhoge toon, normale stem 4. Waarom moeten hoefijzers iedere 6 tot 8 weken verlegd of vernieuwd worden? Omdat het hoefijzer onregelmatig kan slijten, of de hoef onregelmatig kan groeien, waardoor een verkeerde stand kan ontstaan Omdat de nagels er anders uitvallen, en dat doet pijn Omdat de ijzers anders te hard verslijten, ook als je niet op de verharde weg rijdt 5. Waaruit bestaat de voorgeschreven verlichting voor een koets? een lamp die naar voren en achteren wit licht uitstraalt een lamp die naar voren wit/geel en naar achteren rood licht uitstraalt een lamp die naar voren en achteren rood licht uitstraalt 6. Bij welke manoeuvre moet een koetsier richting aangeven? bij het wisselen van rijstrook bij het keren op de weg bij het verlaten van een rotonde 7. Wat weet je over droes? Droes is een verlamming van een of beide stembanden, het paard maakt een vreemd geluid bij het uitademen, zeker bij inspanning Droes is een zeer besmettelijke ziekte, met koorts, ontsteking en zwelling van de klieren in de onderkaak Droes is een besmettelijke griep, met koorts, hoesten en slijm of etter uit de neusgaten 8. Waarom gebruiken we vaak oogkleppen bij het aangespannen paard? om het tuig mooier te maken om te zorgen dat het paard niet (teveel) schrikt van achteropkomend verkeer om te zorgen dat het paard rechtvooruit loopt 9. Welke handhouding wordt gebruikt bij het centimetergewijs verkorten? de gebruikshouding de uitgangshouding de dressuurhouding 10. Waarop moet je letten als je een paard vast wilt zetten? hij moet zo kort mogelijk staan, zodat hij niet kan omdraaien of kijken hij moet zo staan dat hij wel kan kijken maar niet kan omdraaien hij moet zo lang mogelijk staan, zodat hij kan omdraaien en kijken 11. Waarmee houd je rekening als je andere ruiters of menners passeert? Of ze hun paarden onder controle hebben, zodat er geen gevaarlijke situatie ontstaat Of hun tuig of harnachement goed zit, anders kun je ze daarop attenderen Of ze jou niet hinderen, ze moeten je immers ruimte genoeg geven 12. Wat doe je als je opgestapt bent? je kijkt of het paard nog wil drinken, je bent immers nog wel even onderweg je laat het paard nog even stilstaan, hij moet wachten op jouw commando je laat het paard meteen voorwaarts gaan, anders loopt hij misschien achteruit 13. Hoe moet het borsttuig bij een aangespannen paard liggen? de borstriem moet een handbreedte onder de halsaanzet liggen de borstriem moet volledig over het borstbeen lopen de borstriem moet boven de boeg liggen, maar de ademhaling niet belemmeren 14. Waarom maak je het tuig met een natte spons schoon na een flinke rit? omdat het leer anders verkleurt omdat het tuig anders gaat stinken omdat het zweet zouten bevat die het leer aantasten 15. Wat bedoelen we met nageven bij het mennen? de menner hindert het paard niet in de mond bij het voorwaarts gaan de menner laat het paard net zolang draven tot het rustig wordt de menner geeft het paard een tikje na met de zweep 16. Waarop hebben (afwijkende) beenstanden invloed? Op het gewicht, en daarmee ook het temperament van het paard Op de manier waarop het paard beweegt, en daarmee ook zijn snelheid en uithoudingsvermogen Op het karakter van het paard, en daarmee ook op zijn gangen 17. Welk type rijtuig gebruik je het beste voor het beleren van een jong paard? een zwaar vierwielig rijtuig een licht vierwielig concourswagentje een tweewielig rijtuig 18. Waar vind je de ” lagen” bij een paard? de “V” in de hoeven Het deel van de onderkaak tussen tanden en kiezen, waar het bit ligt De laag vet tussen huid en spierweefsel 19. Je wilt een inrit naar rechts inrijden. Naast je nadert een fietser op het fietspad en op het trottoir loopt een voetganger. Wie gaat voor? De voetganger gaat voor en de fietser moet wachten De voetganger en de fietser gaan voor De fietser gaat voor en de voetganger moet wachten 20. Wat weet je over beenstanden en beengebreken? Afwijkende beenstanden zijn een gevolg van beengebreken Beengebreken zijn een gevolg van afwijkende beenstanden Beengebreken zijn onder te brengen in harde- en zachte beengebreken 21. De oren van je paard liggen plat in de nek: dit betekent: Hij is boos of bang hij wil graag harder lopen hij is moe, lusteloos 22. Waar zit de trompethaak aan het tuig? bij een borsttuig aan de borst bij een borsttuig aan het schoftje bij een gareeltuig aan het gareel 23. Waarvoor dienen windriemen? voor het in de goede stand houden van de bakstukken voor het op de juiste plaats houden van het hoofdstel voor het in de goede stand houden van de oogkleppen 24. Mag je met je aanspanning, als je links af wilt slaan, voorsorteren nee, want langzaam verkeer moet rechts houden nee, ik moet zoveel mogelijk gebruik maken van het middelste deel van de rijbaan ja, want ik mag tijdig zoveel mogelijk tegen de weg-as rijden 25. Een paard heeft natuurlijke eigenschappen, met welke moet je rekening houden als je een paard uit de groep haalt? het jachtinstinct het kuddegedrag de lagere intelligentie 26. Waar moet je op letten bij de breedte van de borstriem? van het gebruiksdoel: wat ga je doen. dat die aangepast is aan de grootte van het paard van welk soort leer is hij gemaakt 27. Wat is de belangrijkste factor bij de inwerking van elk bit? de hand van de rijder de staat van onderhoud van het gebit van het paard de doorlopende hefboomwerking 28. Wat controleer je altijd na een (lange) rit? of de tong van het paard opgezet is door dorst of het bit of de culeron nog op de juiste plaats zit Of het paard drukkingen of wondjes heeft opgelopen 29. Hoe hou je het hoofdstel vast als je het om wilt doen? je houdt met de rechterhand het kopstuk vast je houdt met de linkerhand het kopstuk vast je houdt met beide handen het kopstuk vast 30. Wat is de meest voorkomen handhouding bij een wending naar rechts? de dressuurhouding de gebruikshouding de uitgangshouding Is aan het laden … Nieuwsbrief Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van alles omtrent paarden Geslaagd-bericht E-mail Abonneer Volgen