Menbewijs Tweespan theorie oefenen 1. Wanneer mag de de strengen aan de paddenstoelen vastmaken? Bij gebruik van een gareeltuig Bij gebruik van een borsttuig Bij gebruik van een zweng 2. Welk rijtuig loopt lichter op zachte ondergrond? Rijtuig met luchtbanden Rijtuig met massief rubber banden Rijtuig met ijzeren banden 3. Wat is de som van de gaten in de leidsels als we uitgaan van het neutraal gat? 12 10 8 4. Als het linkerpaard feller is dan het rechterpaard, kun je dit oplossen door: beide paarden meer ruimte te geven het linkerpaard korter te gespen en het rechterpaard ruimte te geven het linkerpaard meer ruimte te geven, en het rechterpaard korter te gespen 5. Aan welke kant van welk hoofdstel kun je het kinkettinghaakje dichtknijpen? Rechterhoofdstel linkerkant, linkerhoofdstel rechterkant Rechterhoofdstel rechterkant, linkerhoofdstel linkerkant Rechterhoofdstel linkerkant, linkerhoofdstel linkerkant 6. Bij een vaste disselboom controleer je de juiste lengte door: bij strakke leidsels maar los in de strengen staande paarden moeten de neuzen op gelijke hoogte zijn met de spinnenkop bij losse leidsels, maar strak in de strengen staande paarden, moeten de neuzen op gelijke hoogte zijn met de spinnenkop bij strakke leidsels en strak in de strengen staande paarden moeten de neuzen ca. 40 cm. achter de spinnenkop zijn 7. Wat is de juiste lengte van de zweep voor een tweespan? Als je rechtopzittend vanaf de bok, met gestrekte arm, de lengte van de menner niet overschrijdt Als je rechtopzittend vanaf de bok, met gestrekte arm, met de zweep de hals van de paarden kunt raken Als je rechtopzittend vanaf de bok, met gestrekte arm, met de zweep de achterhand van de paarden kunt raken 8. Hoeveel gaten heb je in de Achenbach kruisleidsels om te vergespen? 9 11 13 9. Waarvoor dient de molenrem? om de stuurinrichting te remmen om het rijtuig te remmen als noodrem als de gewone rem niet genoeg is 10. Als je de som van de gaten in de leidsels moet vergespen naar 8, heb je te maken met: brede paarden smalle paarden normale paarden 11. Wat is het verschil tussen de binnen- en buitenstreng? de binnenstreng is langer de binnenstreng is spits afgesneden de binnenstreng is recht afgesneden 12. Aan welke zijde tuig je de paarden voor het tweespan op? het linkerpaard links, het rechterpaard rechts beide paarden aan de rechterzijde het linkerpaard rechts, het rechterpaard links 13. Wat is een kenmerk van een rechts gareel? Stoot van het gareelriempje wijst naar links en de trompetring hangt links van de springriem Stoot van het gareelriempje wijst naar links en de trompetring hangt rechts van de springriem Stoot van het gareelriempje wijst naar rechts en de trompetring hangt rechts van de springriem 14. Hoeveel afstand moet er zijn tussen de achterkant van de achterbenen van het paard en het rijtuig? 95-105 cm 65-80 cm 50-60 cm 15. Een tweespan rijtuig heeft een …..? Disselboom Lamoen Stophaak 16. Waar vind je frontlepels? Aan het hoofdstel aan de frontriem Aan het schoftje, bovenop Aan de voorzijde van het borsttuig 17. Waar zitten de doorlopende leidsels? Aan de binnenzijden van de paarden aan de rechterzijde van beide paarden aan de buitenzijden van de paarden 18. Welke functie hebben frontlepels? De paarden een beter front laten vormen en daarmee beter uit te laten komen De paarden meer oprichting te geven en daarmee de gangen beter te benadrukken De paarden een gelijk vooraanzicht te geven en daarmee de verschillende aftekeningen te camoufleren 19. welke functie heeft de rem van het rijtuig? het afremmen van de paarden en daarmee van het rijtuig om snelheid te verminderen het gelijk blijven van de afstand tussen paard en wagen als het rijtuig vaart vermindert het testen van het reactievermogen van de koetsier tijdens het slippen van het rijtuig 20. Hoe lang mag je zweep zijn? je moet rechtop zittend vanaf de bok de achterhand van de paarden kunnen raken Je moet rechtop zittend vanaf de bok met gestrekte arm, de hals van de paarden kunt raken Je moet rechtop zittend vanaf de bok met gestrekte arm de lengte van de menner niet overschrijden 21. Welk paard noem je het bijdehandse paard? het rechterpaard het slimste paard Het linkerpaard 22. Wat weet je over het te trekken gewicht voor een tweespan? Op verhard terrein 3 x het eigen gewicht en op onverhard terrein 2 x Op verhard terrein 5 x het eigen gewicht en op onverhard terrein 3 x Op verhard terrein 2 x het eigen gewicht en op onverhard terrein 4 x 23. wanneer mag je strengen bevestigen aan de paddenstoelen? Bij het gebruik van een gareeltuig Bij het gebruik van een borsttuig Bij het gebruik van een zweng 24. Wat weet je van een tweespanrijtuig? Het heeft een disselboom Het heeft een lamoen Het heeft een stophaak Is aan het laden … Nieuwsbrief Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van alles omtrent paarden Geslaagd-bericht E-mail Abonneer VolgenVolgenVolgen