Transport
Onze paarden worden tegenwoordig regelmatig in een trailer of vrachtwagen vervoerd. Steeds meer mensen trekken er op uit om in een ander gebied te gaan rijden of lessen te volgen. Soms loop je echter tegen problemen aan met het inladen van het paard omdat jij, je paard of beiden de routine hiervoor missen. Daarom is het nodig om je paard aan het inladen te wennen wanneer je er de tijd en rust voor hebt, en dus niet als je haast hebt om ergens te komen.
Zorg eerst dat het paard je netjes volgt als je ermee aan de hand loopt. Hij moet je accepteren als leider en je vertrouwen. Laat je paard vervolgens de wagen rustig bekijken. Zet het voordeurtje open zodat er licht in de wagen valt of laat het dicht als je denkt dat je paard zal proberen door dat deurtje naar buiten te komen. De wagen aan een kant langs een muur of wand zetten kan veel verschil maken. Je paard kan er dan minder makkelijk langslopen. Zet het tussenschot zo breed mogelijk. Laadt dan het paard eerst in de wagen zonder te gaan rijden en geef het dan telkens wat lekkers (bijvoorbeeld muesli, brok, appels of wortels). Beloon je paard uitvoerig. Doe dat op een dag een paar keer achter elkaar. Zo gaat het paard een positieve associatie leggen tussen ingeladen worden en voer.
Inladen
Indien nodig kan het paard worden voorzien van een deken, beenbeschermers en een staartbeschermer. Doe aan het halster een halstertouw met een paniekhaak. Dat is een haak die open gaat als je de schuif naar beneden trekt. Bij gebruik van een tweepaardstrailer voor maar één paard is het gebruikelijk dit in het linker gedeelte te zetten. De meeste wegen zijn op de middenas hoger dan rechts en met het paardengewicht links blijft de trailer stabieler. Zet de staartbalk binnen handbereik zodat je die direct kunt aanbrengen. Loop zelfverzekerd met het paard naar binnen. Als je paard gaat hangen of meteen achteruit de trailer uit wil lopen, zul je eerst de staartbalk moeten (laten) aanbrengen. Zet hem vervolgens voor vast met een touw of ketting met paniekhaak. Het paard moet het hoofd vrij kunnen bewegen om zijn evenwicht te kunnen houden, maar moet zich niet kunnen omdraaien. Een paard dat angstig is kan eventueel naast een rustig paard worden gezet. Als je paard echt niet wil, kan de trailer aan een kant tegen een muur gezet worden, zodat het paard minder snel kan uitbreken, of in de buitendeur van de stalgang. Soms helpt ook een longeerlijn om de achterhand van het paard om het door deze druk over te halen naar binnen te lopen.
Uitladen
Maak het touw voor los en vervolgens de staartbalk, zodat je met het paard achteruit rustig de wagen kunt verlaten. Het paard mag zich in ieder geval niet omdraaien. Beloon het paard als het de laadklep af is. Zorg voor een voldoende lang touw, zodat je niet aan zijn halster trekt als hij wat sneller eruit loopt. Dan gaat hij waarschijnlijk alleen nog meer sneller naar achteren.
Let er altijd op dat de sluitingen van de laadklep zodanig gedraaid zijn dat het paard zich hier niet aan kan bezeren.
Heb je een hooinet, hang het dan hoog genoeg, zodat het paard er niet met zijn voet in kan haken, maar niet te hoog i.v.m. stof.
Autorijstijl
Je rijstijl is van grote invloed op de ervaring die het paard met transport op doet. Niet zelden weigert een paard de wagen in te gaan, nadat er onderweg iets onaangenaams is gebeurt. Kijk ver vooruit en voorzie de verkeerssituaties. Met name bij verkeerslichten, kruispunten en inhalen.
Rijd voorzichtig, trek langzaam op en rem steeds geleidelijk. Als je zelf wel eens achterin een trailer of vrachtwagen hebt meegereden (wat overigens verboden is), dan weet je pas wat een paard te verduren heeft als er geremd of opgetrokken wordt, door een kuil wordt gereden of een bocht wordt genomen. Vooral rotondes zijn erg moeilijk voor je paard om balans te houden. Hij kan immers niet zien of beredeneren welke kant je opgaat. Het is beter het gaspedaal tijdig los te laten, dan te moeten remmen. Neem de bochten langzaam en zorg dat je vloeiend schakelt en het koppelingspedaal niet te abrupt op laat komen. Zorg dat je dit vóór de bocht doet, òf erna.
Je trailer of vrachtwagen
Controleer zelf of laat je trailer of vrachtwagen regelmatig controleren: is de bodem en klep nog in goede conditie, werken de lichten nog, zijn de banden goed en op spanning, zijn de remmen en kabels nog goed. Je wilt niet onderweg met stukken komen te staan met je paard.
Ook klapperende zeiltjes of losse kettingen zorgen voor extra geluidsoverlast en dus mogelijk spanning bij je paard. Je wilt dat hij zo comfortabel mogelijk de reis maakt.
Zorg voor een extra halster en touw, een emmer en water, zeker als het warm weer is en je een lange rit met mogelijke files voor de boeg hebt.
Controleer ook voor elke rit of de koppeling, remkabel en verlichting goed aangesloten zijn en werken.
Eisen Rijbewijs en auto voor de trailer
Het is belangrijk het gewicht van je paard(en) ongeveer te weten. Dan weet je ook welke auto voor je trailer mag, en welk rijbewijs je nodig hebt.
Een paardentrailer is geremd, en bij de kentekengegevens van je auto vind je welk geremd gewicht je auto mag trekken. (trailer en paard(en)
Welk rijbewijs je nodig hebt, vind je op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijbewijs/vraag-en-antwoord/met-welk-rijbewijs-mag-ik-een-motorvoertuig-met-aanhangwagen-besturen