Menbewijs theorie V5 15 januari 2020 SRR Nederland Geen categorie Menbewijsexamen versie 5 Voer uw email in: 1. Wat zijn kenmerken van een gezond paard? afhangende oren en veel drinken helder glanzende ogen en levendig orenspel weinig drinken en doffe ogen 2. Welke reflector(en) moet(en) er minimaal op een menwagen zijn? oranje zijreflector (2 stuks) een afgeknotte driehoekige reflector witte reflector aan de achterzijde (2 stuks) 3. Hoe/waardoor leert het paard? door beloning door negeren door straffen 4. Wat is de belangrijkste functie van hoefbeslag? de draagrand beschermen tegen overmatig afslijten corrigeren van een verkeerde stand voorkomen dat er steentjes in de hoef komen 5. Waarom houd je een vuistdikte ruimte tussen de rugriem bij het kruis? dat er staartharen tussen de culeron komen dat het schofttuig te ver naar voren kan schuiven dat de broek boven de zitbeenknobbels komt 6. Waarom rijd je met een zweng als je paard een borsttuig draagt? dat vermindert de kans op drukkingen Dat vangt de schokken op dan wordt de ademhaling van het paard niet belemmerd 7. Wat is weven? het paard beweegt zijn lichaam (voorhand) heen en weer het paard bijt op harde voorwerpen (voerbakrand) het paard schraapt veel met zijn hoef over de grond 8. Noem een kenmerk van het gezichtsvermogen van het paard: een paard ziet altijd beter dan een mens een paard ziet overdag beter dan een mens een paard ziet ’s nachts beter dan een mens 9. Waar vind je de lendenen bij een paard? Tussen schoft en hals Tussen bekken en staartwortel Tussen rug en kruis 10. Hoe vaak ademt een paard in rust? 8-14 keer per minuut 5-7 keer per minuut 15-20 keer per minuut 11. Welke basisregels gelden in een natuurgebied? de gewone verkeersregels alleen op de verharde wegen gelden de verkeersregels de eigen regels van het natuurgebied 12. Waarom is goede ventilatie in de stal belangrijk? om stof en ongewenste gassen af te kunnen voeren om te zorgen dat binnen- en buitentemperatuur niet teveel verschillen de paarden moeten de buitenlucht kunnen ruiken 13. Je rijdt als enige weg van een groep andere ruiters/menners, dan kun je het beste: de groep geleidelijk in stap verlaten zodat iemand kan ingrijpen als er iets gebeurt de groep snel, dus in draf of galop verlaten, om het verlatingsmoment zo kort mogelijk te maken vragen of iemand een stukje met je meerijdt 14. Mag je een aangespannen paard vastzetten? alleen zonder hoofdstel nee, nooit doen alleen onder toezicht 15. Wat is de “stokmaat”? de lengte van het paard, gemeten vanaf de schoft de hoogte van het paard, gemeten vanaf de schoft de stok of lat waarmee je een paard kunt meten 16. Wat is een nadeel van een tweewielig rijtuig? het is gevoeliger voor omslaan het is moeilijker in balans te houden het is moeilijker voor het paard 17. Hoe herken je spierbevangenheid? stijve achterhand, verkorte pas, niet willen lopen geen eetlust, naar de buik kijken, willen liggen onrustig, zweten, liggen 18. Als je het tuig afneemt, waarmee begin je dan? het hoofdstel de strengen de leidsels 19. Welke hulp geef je als eerste bij een combinatie van hulpen? de sturende hulp, hij moet eerst de goede kant op de zweephulp, want aandrijven doe je altijd met de zweep de drijvende hulp, het paard moet immers voorwaarts blijven gaan 20. Waarom is controle belangrijk als je met een paard ment? wandelaars en passanten moeten het paard kunnen aaien andere weggebruikers kunnen bang zijn een paard is een vluchtdier en kan daarom altijd schrikken 21. Wanneer moet je richting aangeven? als je een rotonde verlaat als je wisselt van rijstrook als je wilt keren op de weg 22. Wat is het nut van het wassen van een rijtuig na iedere rit? na het wassen zie je alle mankementen haar en vuil kunnen de mechanische delen aantasten die moeten dus verwijderd worden. volgens de etiquette mag je niet rijden met een vuil rijtuig 23. Hoe heet het smalle deel van de hals van het rijtuig wat onderdoor kan draaien? Hals Draaier Atlas Is aan het laden …